Op 10 december 2013 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland besloten het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard ter vaststelling voor te leggen aan Provinciale Staten van Gelderland. Tegelijkertijd werden tuinders via LTO de kans geboden zich schriftelijk (juridisch bindend) akkoord te verklaren met de voorgestelde maatregelen uit het inpassingsplan. Als de overgrote meerderheid (= 75% tuinders en 75% tuinbouwareaal) daartoe zou over gaan en deze verklaringen zouden vóór 6 januari 2014 bij Gedeputeerde Staten zijn ingediend, dan zou Gedeputeerde Staten bereid zijn de wijzigingsbevoegdheid in de lopende procedure van het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard aan te passen. Naar aanleiding van dit besluit zijn op 6 januari 2014 130 verklaringen ontvangen van de tuinders. Tijdens de GS-vergadering van 7 januari 2014 zijn deze verklaringen besproken en getoetst aan de bovenstaande criteria. Gedeputeerde Staten zijn verheugd met het groot aantal tuinders dat een verklaring heeft ingediend, omdat hieruit een groot draagvlak voor de herstructurering valt af te leiden. Vervolgens hebben Gedeputeerde Staten geoordeeld dat de aangeboden verklaringen niet aan alle gestelde voorwaarden voldoen. Gedeputeerde Staten hebben daarom besloten vast te houden aan het inpassingsplan (inclusief bijbehorende bijlagen waaronder de zienswijzennota en de aanvulling op de PlanMER). Tijdens de behandeling van het Inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard in de commisievergadering van LCJ op 8 januari 2014 bleek dat de Statenleden veel vragen over de inhoud én het proces hadden. In dit Tweede Vervolg op de Statenbrief geven Gedeputeerde Staten een antwoord op de gestelde vragen. Naast de toelichting op het verschil tussen ‘bestemmen bij recht’ versus ‘de wijzigingsbevoegdheid’ gaan Gedeputeerde Staten verder ook in op het proces tot nog toe. |